in muziek is het subdominant de vierde tonale graad () van de diatonische toonladder. Het wordt zo genoemd omdat het dezelfde afstand onder de tonic is als de dominant boven de tonic is – met andere woorden, de tonic is de dominant van de subdominant. Het gebeurt ook dat de noot een stap onder de dominante. In het beweegbare do notenleersysteem wordt de subdominante noot gezongen als fa.
de triade gebouwd op de subdominant noot wordt het subdominant akkoord genoemd. In de analyse van het Romeinse cijfer wordt het subdominant akkoord meestal gesymboliseerd door het Romeinse cijfer “IV” in een belangrijke sleutel, wat aangeeft dat het Akkoord een belangrijke triade is. In een kleine toonaard wordt het gesymboliseerd door “iv”, wat aangeeft dat het Akkoord een kleine triade is.
in zeer conventioneel tonale muziek zal harmonische analyse een brede prevalentie van de primaire (vaak triadische) harmonieën onthullen: tonisch, dominant en subdominant (I en de belangrijkste hulpstoffen a 5e verwijderd), en vooral de eerste twee hiervan.
– Berry (1976)
deze akkoorden kunnen ook voorkomen als zevende akkoorden: in groot, als IVM7, of in klein als iv7 of soms IV7:
Een cadential subdominant-akkoord, gevolgd door een tonica-akkoord produceert de zogenaamde Plagal Cadans.
net als bij andere akkoorden die vaak voorafgaan aan de dominante, hebben subdominante akkoorden meestal een overheersende functie. In de Riemann-theorie wordt het beschouwd als een evenwicht tussen de dominant en de tonic (die zo ver onder de tonic ligt als de dominant erboven is).
De term subdominant kan ook verwijzen naar een relatie van muzikale toetsen. Bijvoorbeeld, ten opzichte van de sleutel van C majeur, is de sleutel van F majeur de subdominant. Muziek die moduleert (verandert toonaard) moduleert vaak naar de subdominant wanneer de leidende toon met een halve stap wordt verlaagd naar het subtonische (B naar B♭ in de toonaard van C). Modulatie naar de subdominante toets zorgt vaak voor een gevoel van muzikale ontspanning, in tegenstelling tot modulatie naar de dominante (vijfde noot van de toonladder), die de spanning verhoogt.
in sonatavorm speelt de subdominantsleutel een ondergeschikte maar nog steeds cruciale rol: in de recapitulatie is er een sectie geschreven in de subdominantsleutel, die plaatsvindt op het punt dat overeenkomt met de locatie in de expositie waar de muziek moduleert naar de dominante sleutel. Het gebruik van de subdominant op deze locatie dient vaak om de rest van de recapitulatie in de tonic key te houden.