Inleiding | Terug naar Boven |
het Solipsisme is de positie in de Metafysica en Epistemologie, dat het verstand is het enige dat kan worden bekend te bestaan en die kennis van alles wat buiten de geest is onterecht. Het is een sceptische hypothese, en leidt tot het geloof dat de hele werkelijkheid en de buitenwereld en andere mensen slechts representaties zijn van het individuele zelf, geen onafhankelijk bestaan van hun eigen, en misschien zelfs niet bestaan. Het is echter niet hetzelfde als scepticisme (de epistemologische stelling dat men zich moet onthouden van zelfs maar waarheidsclaims).
solipsisme is daarom een pure variëteit van idealisme (meer bepaald subjectief idealisme of subjectivisme), en is tegengesteld aan concepten zoals materialisme, fysicalisme en objectivisme die stellen dat het enige wat echt bewezen kan worden te bestaan is materie.
de centrale bewering van het solipsisme berust op het ontbreken van een solide bewijs van het bestaan van de buitenwereld, en sterk solipsisme (in tegenstelling tot zwak solipsisme) beweert dat een dergelijk bewijs niet kan worden gemaakt.
het wordt vaak beschouwd als een failliete filosofie, of op zijn best bizar en onwaarschijnlijk. Critici hebben betoogd dat het idee om filosofische ideeën te communiceren volkomen zinloos zou zijn voor een echte solipsist, omdat er volgens hen geen andere geest is met wie ze hun overtuigingen zouden communiceren. Het gaat ook in tegen de algemeen waargenomen neiging van gezonde volwassen mensen in de westerse wereld om de wereld te interpreteren als extern en bestaand onafhankelijk van zichzelf.
geschiedenis van het solipsisme | Back to Top |
posities die enigszins lijken op het solipsisme zijn aanwezig in een groot deel van de oosterse filosofie, met name in het Taoïsme, verschillende interpretaties van het boeddhisme (vooral Zen), en sommige Hindoeïstische modellen van de werkelijkheid.
De oorsprong van het solipsisme in de westerse filosofie ligt bij de Griekse Pre-socratische Sofist Gorgias die beweerde dat: 1) niets bestaat; 2) zelfs als er iets bestaat, kan er niets over geweten worden.; en 3) zelfs als er iets over bekend zou kunnen zijn, kan kennis daarover niet aan anderen worden gecommuniceerd. Hoewel Gorgias tot op zekere hoogte slechts een ironische weerlegging en parodie was op de positie van Parmenides en de Eleatische filosofen (dat alle wezen één is), veroverde Gorgias toch op zijn minst de geest van het solipsisme.
solipsisme ligt ook ten grondslag aan de opvatting van Descartes dat het individu alle psychologische concepten (denken, willen, waarnemen, enz.) begrijpt naar analogie met zijn of haar eigen mentale toestanden (d.w.z. door abstractie van innerlijke ervaring). Descartes’ methode van Cartesiaans scepticisme bracht hem ertoe te twijfelen aan het bestaan van de wereld die hij waarnam, en in zijn beroemde formulering “Cogito Ergo Sum” (“ik denk daarom dat ik ben”) trok hij zich terug tot het enige waar hij niet aan kon twijfelen, zijn eigen bewuste zelf.de idealistische filosoof George Berkeley betoogde dat fysieke objecten niet bestaan onafhankelijk van de geest die ze waarneemt, en dat een item alleen echt bestaat zolang het wordt waargenomen (anders is het niet alleen betekenisloos, maar simpelweg onbestaand). Berkeley betoogde echter verder dat er ook een allesomvattende geest (of God) moet zijn, dus zijn positie is niet een van puur solipsisme.
typen solipsisme | Back to Top |
- metafysisch solipsisme is een type Idealisme dat beweert dat het individuele zelf van een individu het geheel van de werkelijkheid is, en dat de buitenwereld en andere personen representaties van dat zelf zijn en hebben geen onafhankelijk bestaan.
- epistemologisch solipsisme is een type idealisme volgens welke alleen de direct toegankelijke mentale inhoud van een individu kan worden gekend. Het bestaan van een externe wereld wordt beschouwd als een onoplosbare vraag of een onnodige hypothese, in plaats van eigenlijk vals.het methodologisch solipsisme is de epistemologische stelling dat het individuele zelf en zijn mentale toestanden het enige mogelijke Of juiste uitgangspunt zijn voor filosofische constructie. Daarom moeten alle andere waarheden gebaseerd zijn op onbetwistbare feiten over iemands eigen bewustzijn, en iemands overtuigingen over bijvoorbeeld water hebben absoluut niets te maken met de substantie water in de buitenwereld, maar worden intern bepaald.