Skip to Main Content – Keyboard Accessible

§ 172.504 Algemene etiketteringsvoorschriften.

(a) Algemeen. Tenzij in dit subhoofdstuk anders is bepaald, moeten elke bulkverpakking, vrachtcontainer, eenheidslaadinrichting, Transportvoertuig of treinwagon die een hoeveelheid gevaarlijk materiaal bevat, aan elke zijde en elk uiteinde worden voorzien van het type borden dat is gespecificeerd in de tabellen 1 en 2 van deze sectie en in overeenstemming met andere etiketteringsvoorschriften van dit subhoofdstuk, met inbegrip van de specificaties voor de borden die in de tabellen zijn genoemd en in detail zijn beschreven in §§ 172.519 tot en met 172.560.

(b) gevaarlijk bord. Een vrachtcontainer, een eenheidslaadinrichting, een transportvoertuig of een treinwagon die niet-bulkverpakkingen bevat met twee of meer categorieën gevaarlijke materialen waarvoor verschillende in Tabel 2 van punt e) van deze sectie gespecificeerde borden nodig zijn, mag worden voorzien van een gevaarlijk bord in plaats van de afzonderlijke opschriften die voor elk van de materialen in Tabel 2 van punt e) van deze sectie zijn gespecificeerd. Wanneer echter 1000 kg (2,205 pond) totaal brutogewicht of meer van één categorie Materiaal in één laadinrichting wordt geladen op een vrachtcontainer, een eenheidslaadinrichting, een transportvoertuig of een treinwagon, moet het in Tabel 2 van punt e) van dit deel voor die categorie vermelde bord worden gebruikt.

(c) uitzondering voor minder dan 454 kg (1.001 Pond). Met uitzondering van bulkverpakkingen en gevaarlijke materialen die onder § 172 vallen.505, wanneer gevaarlijke materialen die onder tabel 2 van deze sectie vallen, per weg of per spoor worden vervoerd, zijn geen borden vereist op –

(1) een transportvoertuig of vrachtcontainer met een totaal brutogewicht van minder dan 454 kg (1001 Pond) van gevaarlijke materialen die onder tabel 2 van punt (e) van deze sectie vallen; of

(2) een treinwagon geladen met transportvoertuigen of vrachtcontainers, waarvan geen enkele hoeft te worden geplakt.

de in punt c) van dit deel bedoelde uitzonderingen verbieden niet het aanbrengen van borden op de in dit subdeel voorgeschreven wijze, tenzij anders is verboden (zie § 172.502), op transportvoertuigen of vrachtcontainers die niet hoeven te worden voorzien van een bord.

(d) uitzondering voor lege niet-bulkpakketten. Met uitzondering van gevaarlijke materialen die onder § 172.505 vallen, hoeft een niet-bulkverpakking die alleen het residu van een gevaarlijk materiaal bevat dat onder Tabel 2 van paragraaf (e) van dit deel valt, niet te worden opgenomen bij het bepalen van de etiketteringsvoorschriften.

(e) borden. Plakkaten zijn opgegeven voor gevaarlijke materialen in overeenstemming met de volgende tabellen:

Tabel 1

Categorie van materiaal (Hazard klasse of divisie aantal en extra beschrijving, zoals van toepassing) Plakkaat naam Plakkaat ontwerp sectie referentie (§ )
1.1 EXPLOSIEVEN 1.1 172.522
1.2 EXPLOSIEVEN 1.2 172.522
1.3 EXPLOSIEVEN 1.3 172.522
2.3 gifgas 172.540
4.3 GEVAARLIJK ALS het NAT 172.548
5.2 (Organisch peroxide, Type B, vloeibaar of vast, temperatuur gecontroleerde) ORGANISCH PEROXIDE 172.552
6.1 (materiaal giftig bij inademing (zie § 171.8 van dit hoofdstuk)) GIF INADEMING GEVAAR 172.555
7 (Radioactieve Geel III etiket) RADIOACTIEVE 1 172.556

1 RADIOACTIEVE stickers zijn ook nodig voor de: Alle zendingen van onverpakt LSA-I-materiaal of SCO-I; alle zendingen vereist volgens §§ 173.427, 173.441 en 173.457 van dit subhoofdstuk moeten worden uitgevoerd onder exclusief gebruik; en alle gesloten voertuigen die worden gebruikt in overeenstemming met § 173.443(d).

Tabel 2

materiaalcategorie (gevarenklasse of afdelingsnummer en aanvullende beschrijving, indien van toepassing) naam van het bord referentie van de sectie bordontwerp ( § )
1.4 explosieven 1.4 172.523
1.5 EXPLOSIVES 1.5 172.524
1.6 EXPLOSIVES 1.6 172.525
2.1 FLAMMABLE GAS 172.532
2.2 NON-FLAMMABLE GAS 172.528
3 FLAMMABLE 172.542
Combustible liquid COMBUSTIBLE 172.544
4.1 FLAMMABLE SOLID 172.546
4.2 SPONTANEOUSLY COMBUSTIBLE 172.547
5.1 OXIDIZER 172.550
5.2 (Other than organic peroxide, Type B, liquid or solid, temperature controlled) ORGANIC PEROXIDE 172.552
6.1 (other than material poisonous by inhalation) POISON 172.554
6.2 (None)
8 CORROSIVE 172.558
9 Class 9 (see § 172.504(f)(9)) 172.560
ORM-D (None)

(f) Additional placarding exceptions.

(1) wanneer voor materialen van klasse 1 op een transportvoertuig, een treinwagon, een vrachtcontainer of een eenheidslading meer dan één afdelingsbord is vereist, moet alleen het plakkaat met het laagste afdelingsnummer worden weergegeven.

(2) een ontvlambaar bord mag worden gebruikt in plaats van een brandbaar bord op –

(i) een ladingtank of draagbare tank.

ii) een tankwagen met compartimenten die zowel ontvlambare als brandbare vloeistoffen bevat.

(3) een niet-ontvlambaar GASBORD is niet vereist op een transportvoertuig dat niet-ontvlambaar gas bevat, indien het transportvoertuig ook ontvlambaar gas of zuurstof bevat en het voorzien is van ontvlambare GAS-of ZUURSTOFBORDEN, zoals vereist.

(4) OXIDATIEPLAATJES zijn niet vereist voor materiaal van afdeling 5.1 op vrachtcontainers, apparaten voor eenheidslading, transportvoertuigen of spoorwagons die ook materiaal van afdeling 1.1 of 1.2 bevatten en waarop, naar gelang van de behoefte, explosieven 1.1 of 1.2 zijn aangebracht.

(5) alleen voor vervoer per Transportvoertuig of treinwagon is een OXIDATIEPLAAT niet vereist voor materiaal van afdeling 5.1 op een transportvoertuig, treinwagon of vrachtcontainer dat ook Afdeling 1.5 explosieven bevat en waar nodig voorzien is van explosieven 1.5 borden.

(6) het explosief 1.4-bord is niet vereist voor materialen van afdeling 1.4 Compatibiliteitsgroep S (1.4 S) die niet hoeven te worden geëtiketteerd met 1.4 S.

(7) voor binnenlands vervoer van zuurstof, gecomprimeerd of zuurstof, gekoelde vloeistof, het zuurstof-bord in § 172.530 van dit subdeel mag worden gebruikt in plaats van een niet-ontvlambaar GASBORD.

(8) voor binnenlands vervoer is een GIFINHALATIEGEVARENPLAAT niet vereist op een transportvoertuig of vrachtcontainer dat al met het GIFGASBORD is voorzien.

(9) Voor klasse 9 is een klasse 9-bord niet vereist voor binnenlands vervoer, met inbegrip van het gedeelte van het internationale vervoer, zoals gedefinieerd in § 171.8 van dit subhoofdstuk, dat plaatsvindt binnen de Verenigde Staten. Op een bulkverpakking moet echter het passende identificatienummer worden aangebracht op een bord van klasse 9, een oranje paneel of een wit scherm met vierkant op punt, zoals vereist in subdeel D van dit deel.

(10) voor Afdeling 6.1, materialen PG III, kan een GIFBORD worden gewijzigd om de tekst “PG III” onder de middelste lijn van het bord te laten zien.

(11) voor binnenlands vervoer is een GIFBORD niet vereist op een transportvoertuig of vrachtcontainer die een GIFINHALATIEGEVAAR of een GIFGASBORD moet vertonen.

(g) voor zendingen van klasse 1 (explosief materiaal) per vliegtuig of schip moet de toepasselijke letter van de compatibiliteitsgroep worden vermeld op de in deze sectie voorgeschreven borden of etiketten, indien van toepassing. Wanneer voor materialen van klasse 1 meer dan één compatibiliteitsgroep is vereist, hoeft slechts één bord te worden weergegeven, zoals bepaald in de punten g), 1) tot en met G), 4) van dit punt. Voor de toepassing van de punten g), 1) tot en met G), 4) wordt een onderscheid gemaakt tussen de uitdrukkingen explosieve voorwerpen en explosieve stoffen. Explosief voorwerp: een voorwerp dat een explosieve stof bevat; voorbeelden hiervan zijn een detonator, flare, primer of zekering. Explosieve stof betekent een stof in een verpakking die niet in een artikel is opgenomen; voorbeelden zijn zwart poeder en rookloos poeder.

(1) explosieve voorwerpen van compatibiliteitsgroepen C, D of E mogen worden voorzien van een opschrift met de compatibiliteitsgroep E.

(2) explosieve voorwerpen van compatibiliteitsgroepen C, D of E mogen, wanneer zij worden vervoerd met voorwerpen van compatibiliteitsgroep N, worden voorzien van een opschrift met de compatibiliteitsgroep D.

(3) explosieve stoffen van compatibiliteitsgroepen C en D mogen worden voorzien van een opschrift met compatibiliteitsgroep D.

(4) explosieve voorwerpen van compatibiliteitsgroepen C, D, E of G, met uitzondering van vuurwerk, mogen worden voorzien van een opschrift met compatibiliteitsgroep E.

Related Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *