Pagophagia (compulsief ijskruiven) is al lang geassocieerd met bloedarmoede door ijzerdeficiëntie, maar eerdere pogingen om dit verlangen te verklaren waren onbevredigend. We veronderstellen dat het kauwen van ijs vasculaire veranderingen teweegbrengt die leiden tot preferentiële of verhoogde perfusie van de hersenen. Dit zou resulteren in verhoogde alertheid en verwerkingssnelheid bij bloedarmoedepatiënten, maar niet in gezonde controles die al aan het plafond zijn, en zou verklaren waarom bloedarmoede individuen hunkeren naar ijs. Voorlopige steun voor deze hypothese werd gevonden in twee studies. In Studie 1 rapporteerden niet-bloedarmoede patiënten zeer lage percentages pagofagie (slechts 4%), terwijl bloedarmoede patiënten significant hogere percentages meldden (56%). In Studie 2 verbeterde kauwen van ijs dramatisch de responstijd op een neuropsychologische test, maar alleen voor bloedarmoede individuen. In een kleine gerandomiseerde gecontroleerde studie, werden ijzer deficiënte bloedarmoede proefpersonen en gezonde controles toegewezen om ijs te kauwen of lauw water te drinken en namen vervolgens een continue prestatietest die de responstijd, de variabiliteit van de responstijd, fouten van impulsiviteit en fouten van onoplettendheid meet. In de conditie van het water, bloedarmoede proefpersonen presteerden significant slechter dan gezonde controles. Kauwen van ijs had geen effect op de prestaties van gezonde controles, maar verbeterde de prestaties van bloedarmoedepatiënten aanzienlijk. Mogelijke verklaringen zijn onder meer de activering van de duikreflex, die zou leiden tot perifere vasoconstrictie en preferentiële perfusie van de hersenen of, alternatief, sympathische zenuwstelsel activering, die ook de bloedtoevoer naar de hersenen zou verhogen.