ICD: implanteerbare cardiale defibrillator, een apparaat dat in het lichaam wordt geplaatst en ontworpen is om bepaalde soorten abnormale hartritmes (aritmieën) te herkennen en te corrigeren.
defibrillatoren controleren continu het hartritme om te snelle aritmieën te detecteren, zoals
- ventriculaire tachycardie (snel regelmatig kloppen van de ventrikels, de onderste kamers van het hart); en
- ventriculaire fibrillatie (snel onregelmatig kloppen van de ventrikels).
deze ventriculaire aritmieën verminderen de pompefficiëntie van het hart en verhogen sterk het risico op flauwvallen (syncope) en plotselinge hartstilstand. Ze hebben de neiging om zich te ontwikkelen bij mensen met coronaire hartziekte of hartspierziekten (cardiomyopathieën). Ze zijn levensbedreigend.
een defibrillator kan met veel minder invasieve technieken in het lichaam worden geïmplanteerd dan in het verleden, omdat de apparaten niet alleen technologisch geavanceerder zijn, maar ook kleiner. (Een implanteerbare defibrillator is ongeveer de grootte van een pieper).
de defibrillator corrigeert het hartritme door nauwkeurig gekalibreerde en getimede elektrische schokken te geven, indien nodig, om een normale hartslag te herstellen.
diavoorstelling
hartziekte: oorzaken van een hartaanval zie diavoorstelling