Erotomanie, de waan dat iemand van iemand anders houdt, omvat duidelijke geslachtsverschillen met betrekking tot prevalentiecijfers en gedrag. Terwijl de traditionele psychiatrie erotomanie bijna volledig beperkt tot vrouwen heeft beschouwd, hebben recente studies aangetoond dat criminele misdrijven geassocieerd met de aandoening veel vaker voorkomen bij mannen. De belangrijkste hypothese van dit artikel is dat deze bevindingen kunnen worden verklaard in termen van evolutietheorie. Erotomanie, dienovereenkomstig, kan worden gezien als een pathologische variant van een specifieke seksuele strategie die geëvolueerd onder selectiedruk van de menselijke omgeving van evolutionaire aanpassing. Het openlijke gedrag is gerelateerd aan het nastreven van lange termijn paring, zijn potentieel gunstige effect op inclusieve fitness van het individu, en ongelijksoortige strategieën van de geslachten om seksuele trouw van de potentiële partner te verzekeren. Daarom biedt de evolutionaire benadering een plausibele verklaring waarom forensisch relevante erotomanie heerst bij mannen. Het pathologische proces van misvatting verkeerde interpretatie van waargenomen signalen uit de sociale omgeving zelf kan het gevolg zijn van slechte realiteitstesten als gevolg van een falen van sociale meta-cognitie. Het evolutionaire perspectief kan aanvullende inzichten verschaffen in de aard van seks-specifiek gedrag en kan ons begrip van forensisch relevant gedrag verbeteren.