doelstelling: de maxillaire sinussen zijn de meest geïnfecteerde paranasale sinussen bij de mens. Men heeft voorgesteld dat de besmetting vrij algemeen in de maxillaire sinussen wegens de positie van hun ostia hoog op hun superomedial muren voorkomt, die suboptimaal voor natuurlijke drainage kan zijn. Dit kan evolutionaire vertraging vertegenwoordigen, waarbij de ostia in een quadrupedale positie bleven als tweevoetige mensen geëvolueerd van hun primaat voorouders. Deze studie onderzocht de hypothese dat de drainage van de maxillaire sinus optimaal is in de quadrupedal positie. ontwerp: de drainage van de menselijke maxillaire sinus en een vergelijkbare viervoeter, de geit, werd onderzocht en vergeleken in de rechtop, viervoetige en tussenliggende posities.
instelling: Department of Anatomy, King ‘ s College London.
methoden: Kadaveric mens en geit maxillaire sinussen werden gevuld met zout in elke positie en het volume waarbij zout overstroomde door de ostia werd genoteerd.
belangrijkste uitkomstmaat: Volume waarbij spontane drainage optrad via ostia.
resultaten: het volume zoutoplossing dat vóór de drainage werd ingebracht, was maximaal in de rechtopstaande positie en nam af bij elke toename van de helling naar voren, waarbij de drainage het gemakkelijkst bij 90° voor zowel de sinussen van mensen als van geiten optrad. Bij beide soorten was de Drainage significant beter in de viervoetige hoofdpositie dan rechtop (p < .01).
conclusies: deze studie toonde aan dat de menselijke maxillaire sinussen een betere passieve drainage vertonen door hun ostia wanneer zij naar voren gekanteld worden om een viervoetige hoofdpositie na te bootsen. Dit kan een voorbeeld van een evolutionair vertragingsfenomeen zijn en zou één etiologische factor in het overwicht van maxillaire sinusitis in mensen kunnen zijn.