De Annunciatie – Lucas 1:26-38

de Annunciatie – Lucas 1:26-38

Annunciatie

In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea genaamd Nazareth, naar een maagd verloofd met een man wiens naam Jozef was, van het huis van David. De Maagd heette Mary. En hij kwam bij haar en zei: “gegroet, dierbare! De Heer is met je.”Maar ze was erg verbijsterd door zijn woorden en overdacht wat voor soort begroeting dit zou kunnen zijn. De engel zei tegen haar: “Wees niet bang, Maria, want je hebt genade gevonden bij God. En nu, zul je zwanger worden en een zoon baren, en je zult Hem Jezus noemen. Hij zal groot zijn, en hij zal de Zoon des Allerhoogsten genoemd worden, en de Heere God zal hem den troon van zijn voorvader David geven. Hij zal regeren over het huis van Jakob in eeuwigheid, en van zijn koninkrijk zal geen einde zijn.”Maria zei tegen de engel,” Hoe kan dit zijn, aangezien ik een maagd ben?”De engel zeide tot haar: de Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal het kind, dat geboren zal worden, heilig zijn; Hij zal zoon van God genoemd worden. En nu, uw verwant Elisabet in haar ouderdom heeft ook een zoon ontvangen; en dit is de zesde maand voor haar, die onvruchtbaar werd gezegd. Want niets zal onmogelijk zijn met God.”Toen zei Maria:” hier ben ik, de dienaar van de Heer; laat het met mij zijn naar uw woord.”Toen ging de engel van haar weg.

Elizabeth

Mary

hoewel Nazareth buiten de gebaande paden en een slaperige plaats was, varieerde Mary ‘ s ervaring tot ver buiten de grenzen van het kleine dorp. Er is een drukte over haar gaan ‘met haast’ om haar nicht Elizabeth te bezoeken in het heuvelland van Juda. Ze reisde naar Bethlehem voor de volkstelling en daarna naar Egypte. Elk jaar gingen Jozef en Maria naar Jeruzalem. Zij ging met Jezus en zijn discipelen naar Kafarnaüm (Joh.2: 12) en was weer terug in Jeruzalem voor de noodlottige dagen van het lijden (Joh.19:25-27). Het laatste wat we in het Nieuwe Testament van haar horen, is dat ze in de bovenzaal is met de apostelen, enkele andere vrouwen en de Broeders van Jezus verenigd in het gebed (Handelingen 1.14)
AnnunciatieMary had de mogelijkheid om snel en resoluut actie te ondernemen. Ze ging ‘met haast’ op bezoek bij Elizabeth. Tot op zekere hoogte voegde zij zich bij haar zoon in zijn ambt. Ze gaat met de groep naar Kafarnaüm en Jeruzalem.Het Evangelie van Lucas merkt het bedachtzame, reflectieve aspect van Maria op. Bij twee gelegenheden beschrijft hij haar nadenken over de hele zaak in haar geest als ze ging over haar leven (Lk.2:19, 51). Het Magnificat vertelt over haar radicale gevoel voor rechtvaardigheid en haar vermogen om scherpe maatschappijkritiek uit te drukken (Lk.1:46-55). het is niet moeilijk om haar voor te stellen gekleed in een tuniek van ongeverfde wol. Handen en vingers opgeruwd van jaren werk in het veld. Het hele dorp zou helpen in tijden van planten, wieden, glans, plukken. Haar gezicht zou worden verbrand bruin, bekleed en gedragen door de zon en hard werken. haar gezicht zou vele emoties hebben weerspiegeld: gespannen van angst op de vlucht naar Egypte, kalm in rust, warm in liefde, kruis van angst Toen ze het kind in Jeruzalem vonden, haar ogen helder als een knoop, alert, intelligent, flitsend van humor of verontwaardiging.

Benedict Hegarty.

Related Posts

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *