Er is momenteel veel interesse in hoe negatieve ervaringen vroeg in het leven bepaalde elementen van fysiologisch, gedragsmatig en psychologisch functioneren gedurende de hele levensduur kunnen beïnvloeden. Recente conceptuele kaders voor het bestuderen van de effecten van vroege ervaring zijn betrokken constructies zoals ervaring-verwacht, ervaring-afhankelijk, en ervaring-adaptieve plasticiteit. De laatste construct is gerelateerd aan vergelijkende modellen van ontwikkelingsprogrammering die de persistentie van biologische aanpassingen aan het vroege zorgmilieu stellen. We bekijken deze modellen en hun translationele implicaties in het kort. Vervolgens richten we ons op de menselijke ontwikkeling en richten we ons op de effecten van grote veranderingen in de levensloop van kinderen als tests van hypothesen gerelateerd aan vroege ervaringseffecten. In het bijzonder wordt het effect van vroege institutionalisering op de hersenen van kinderen en gedragsontwikkeling na veranderingen in adoptiefgezinnen of Pleegzorg gebruikt als voorbeeld van een onderzoeksgebied waarin programmatiehypothesen zijn voorgesteld.