een grondige kennis van de veneuze anatomie en fysiologie is fundamenteel voor de diagnose en behandeling van veneuze aandoeningen. Vergeleken met het arteriële systeem, is er beduidend grotere ontwikkelingsvariatie in het veneuze systeem. De aderen van de onderste ledematen omvatten de oppervlakkige en diepe aderen, die worden gedefinieerd door hun respectieve relaties met de spierfascia. Perforerende aderen doorkruisen de spierfascia om oppervlakkige en diepe aderen te verbinden. Communicerende aderen verbinden aderen in hetzelfde veneuze compartiment, diep tot diep of oppervlakkig tot oppervlakkig. De diepe aderen van de onderste ledematen draineren voornamelijk spieren en worden omgeven door spierfascia. De aderen tussen de huid en de spierfascia worden beschouwd als oppervlakkige aderen. Oppervlakkige aders draineren de cutane microcirculatie. Het bekkenveneuze systeem is een complexe overgangsroute tussen de onderste ledematen, de bekkenstructuren en de inferieure vena cava. De terminologie die wordt gebruikt om onderste ledematen, bekken en abdominale vasculatuur te beschrijven voldoet aan gepubliceerde internationale normen.