in Tabel 4 worden de in de linkerkolom vermelde luchtwegen beschouwd als geavanceerde luchtwegen, terwijl die in de rechterkolom basisluchtwegen zijn. Hoewel opa ’s en NPA’ s
als basisluchtwegen worden beschouwd, vereisen zij een goede plaatsing door een ervaren aanbieder. Geavanceerde luchtwegplaatsing vereist gespecialiseerde training die buiten het bereik van ACLS-certificering valt. Alle ACLs-aanbieders moeten echter vertrouwd zijn met het juiste beheer van geavanceerde luchtwegen om deel uit te maken van een effectief life support team.
reanimatie wordt uitgevoerd terwijl de persoon op zijn rug ligt; de zwaartekracht zal ervoor zorgen dat de kaak, de tong en het keelweefsel terugvallen en de luchtwegen blokkeren. De luchtweg blijft zelden open bij een onbewust individu zonder externe ondersteuning.
de eerste stap in een luchtweginterventie is het openen van de luchtweg. Dit wordt bereikt door de kin omhoog te tillen terwijl het voorhoofd naar achteren wordt gekanteld (figuur 22). Het doel is om een rechter pad te creëren van de neus naar de luchtpijp.
bij personen met een vermoedelijk nekletsel moet de cervicale wervelkolom worden beschermd en wordt alleen een kaakstuw gebruikt om de luchtwegen te openen (figuur 23). Terwijl de standaardpraktijk in een verdacht nekletsel is om een halskraag te plaatsen, moet dit niet worden gedaan in BLS of ACLS. Cervicale halsbanden kunnen de luchtweg comprimeren en interfereren met reanimatie inspanningen. De aanbieder moet zorgen voor een open luchtweg, ongeacht de gebruikte basisluchtweg. De provider is verplicht om het hoofd te stabiliseren of om hulp te vragen met behoud van controle over de luchtwegen.